Maand: maart 2011

“hout moet”, het drents van Lohues

In de werkplaats van mijn vader hing heel lang een bord met het opschrift ‘hout moet’. Voor een “houthandelaar”, zoals mijn vader in de volksmond heette was dat een goede reclame natuurlijk. Ongetwijfeld zat er ook wel iets in van de gedachte dat je moed moet houden. En misschien is ook wel mijn  passie voor hout op deze manier ontstaan.

Afgelopen week was Daniël Lohues weer in Amsterdam. Vrijdagavond hebben we z’n optreden in de Kleine Komedie bijgewoond. Een groot genoegen, ook deze keer. De Drentse zanger weet keer op keer het diepst van je ziel te raken. Het zal zeker komen doordat we dezelfde taal spreken, maar relativerende stijl en zijn betrokkenheid op gewone mensen is ontroerend. ‘Hout moet, zei de timmerman’ en daarmee leidde hij zijn nummer over hout in. Zonder hout heb je geen vuur en blijft het dus koud! Mochten er lezers geïnteresseerd zijn, Lohues treed nog vele keren op met zijn kompanen Guus en Bernard. Een prachtig nummer uit 2008 is te vinden op YouTube; “Angst is mar veur eben, spiet is veur altied”. Voor de liefhebbers van orgelmuziek ook de volgende bijdrage.

herlezen 2,MULISCH

Sinds enige tijd hebben we met een groep vrienden een ‘literatuurclub’. Voor sommigen komt dat nogal elitair over, maar in ons geval klopt daar natuurlijk niets van. Voor de eerstvolgende bijeenkomst staat Mulisch genoteerd. Toen we het hadden over een keus voor een boek, moest natuurlijk ook Mulisch op het programma. Of je nu van deze schrijver hield of hem een verwaande dandy vond, het was nu eenmaal een zeer erkend schrijver geweest. Ik stelde voor om dan niet een van zijn bekende werken te lezen, maar een toch wat minder bekend werk van vijftig jaar geleden te nemen. Ooit las ik het voor mijn literatuurlijst op HAVO en later ook op de PA. Het was mee op aanbeveling van onze leraar Nederlands, de welbekende heer Ellen (H.B.J./Dick). Deze leraar publiceerde later een paar prachtige gedichtenbundels trouwens. Leraar Ellen, een kleine man, maar een grote geest, maakte mij in ieder geval attent op de ‘De zaak 40/61’. Ik was geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en daar had dit boek ook mee te maken. Het zal waarschijnlijk in 1974 of 75 geweest zijn dat ik het voor de eerste keer heb gelezen. Indruk heeft het zeker gemaakt. Het exemplaar van toen kon ik helaas niet meer terugvinden in mijn boekenkast. Nu, 50 jaar na het proces tegen Aldolf Eichman heb ik het boek dus nog een keer herlezen. Ook nu heeft het weer een diepe indruk achtergelaten. Het verslag van Mulisch dat hij maakte over het proces tegen Eichman confronteert hem met veel levensvragen. Adolf Eichman was een ambtenaar van de Gestapo belast met het organiseren van de ‘Endlösung’. Na de oorlog kon hij ontsnappen aan de geallieerden door naar Argentinië te vluchten. In dat land leidde hij een teruggetrokken leven totdat de Mossad hem op het spoor kwam. Zo kwam hij uiteindelijk voor een speciale rechtbank in Jeruzalem. Mulisch confronteert zich met de ambtenaar Eichman. Hij bezoekt daarom zijn voormalige kantoor in Berlijn en ook Auschwitz. Sommige bladzijden gaan je door merg en been en zetten je ook zelf aan het denken. In deze tijd waarin populistische partijen een forse aanhang hebben, is ‘de zaak 40/61’ een boek om zeker te lezen of te herlezen. En intrigerend werk waarvan ik hoop dat er nog veel herdrukken zullen volgen.